De bouw van een Moës diesel (2015)

Jan van Mourik

Een kleine, open dieselloc heeft altijd al mijn sympathie gehad, maar een rijdend model in schaal H0e (1:87) was tot voor kort niet mogelijk om te maken door de nogal grote motoren. Nu er echter kleine, krachtige motoren zijn is het mogelijk om zo’n klein voertuigje te maken. Nigel Lawson verbaasde vriend en vijand door een rijdend model van een O&K dieseltje te ontwerpen zonder cabine, in de schaal 009 (1:76). Dit model kan zowel kant en klaar, als in bouwpakket vorm worden geleverd. Momenteel is er tevens een open Simplex diesel beschikbaar.

Via contacten in Engeland kreeg ik de beschikking over een N-spoor onderstel met een staande motor van de firma Caramel; de motor drijft d.m.v. een worm één as van het 2-assige chassis aan. Omdat de motor – in verhouding – nogal hoog is, zal het niet goed mogelijk zijn om een soortgelijk model als het bovengenoemde O&K dieseltje te bouwen. Omdat ook de motor niet midden op het onderstel staat, kan ook geen Simplex worden gemaakt. Na wat speurwerk op het internet kwam ik op het spoor van een aantal locjes van de Belgische firma Moës uit Waremme, die enkele modellen in zijn leveringsprogramma had met een vrij hoge motorkap. Na bestudering van wat foto’s is besloten om een model te gaan bouwen van het type Moës AL, zij het op een min of meer freelance basis, omdat geen afmetingen bekend zijn en ik bovendien vastzit aan de maten en afmetingen van het Caramel onderstel.

Er is van enkele railstaven en een plaatje messing een eenvoudig frame gemaakt, dat werd geklemd over de nokjes van het onderstel. Maar voor mijn gevoel zitten de I-profielbalken (van de railstaven) te hoog; geen mooi gezicht (zie foto hieronder).

Na enig vijl- en buigwerk aan het chassis is het geheel geplaatst onder de vergrendelingsnokjes van het onderstel. Dit oogt veel beter.

Mede hierom is besloten om op deze weg verder te gaan, zie foto boven. De ruimte tussen de beide railstaven van het frame, links op de foto, is opgevuld met een stukje plastic van ca. 1 mm dikte en dit is vastgelijmd met een contactlijm, zodat het frame gefixeerd wordt op het onderstel. Met als uitgangspunt het model van de foto hierboven is m.b.v. het tekenprogramma Paint getracht een motorkap en de resterende delen van de opbouw van de loc in beeld te brengen. Dit resulteert in de tekening hieronder.

Omdat het chassis is uitgerust met twee LEDs die wisselend met de rijrichting oplichten, besloot ik hiervan gebruik te maken en de loc te voorzien van verlichting. Omdat de LEDs eigenlijk recht omhoog stralen, is er voor het achterlicht een nogal ingewikkelde constructie bedacht, waardoor er nagenoeg geen lichtstraal zichtbaar is. De koplamp wordt geplaatst bovenop de motorkap, waardoor er hopelijk meer licht door het lensje komt dan bij het achterlicht. Helaas is de “achter”-LED gesneuveld toen het model bijna gereed was. De lichtopbrengst van de koplamp valt ook tegen; bij normaal omgevingslicht is het nauwelijks te zien. Alleen als het behoorlijk donker is, dan is een flauw schijnsel waarneembaar, mede omdat niet zo hard wordt gereden en de rijregelaar dus een vrij lage spanning afgeeft.

Eén van de bijgeleverde stukjes lood is zodanig afgevijld dat een soort T ontstaat met 2 flenzen. Deze T loopt naar onderen iets breder uit, waardoor een klempassing ontstaat; dit gewichtje is op de voorkant, tegen de motor gelijmd met cyaan-acrylaat lijm (superlijm), zie figuur. Hiermee zal later de gehele bovenbouw op het chassis worden geklemd; deze is wel afneembaar voor onderhoudsdoeleinden aan de motor.

Van een plaatje styreen is een rechthoekige voetplaat gemaakt met een uitsparing voor de motor en het opvulgewicht boven de achteras. Het opvulgewicht wordt aan het oog onttrokken door een plastic plaatje met een ruitmotief. Verder is een lichtgeleider aangebracht op het chassis ten behoeve van de achterlamp, foto beneden.

Voor- en achterpaneel zijn vervolgens op de voetplaat gelijmd, zie foto.

Aan de binnenkant van het voorpaneel is een constructie met 2 hoekprofielen gemaakt, die over de flenzen van het T-vormige gewichtje schuift en wel zodanig dat de gehele bovenbouw op z’n plaats wordt gehouden, maar nog wel afneembaar blijft.

After trial fitting, the front and rear sheets were glued to the footplate. Op de ruitvormige voetplaat zijn van stukjes afval plastic enkele bedieningshandels, een versnellingsbak en een afscherming voor de aandrijfas gemaakt. Hierop wordt een (tractor)zadel voor de bedienaar geplaatst, verder voetpedalen voor het rijden en remmen, zie foto's onder.

Vervolgens zijn de beide bovenhelften van de motorkap op maat gemaakt, in vorm gebogen en op het voor- en achterpaneel gelijmd. De koplamp is een stukje doorzichtig plastic met een messing randje en de uitlaatpijp is de punt van een balpenstift zonder kogel, gelijmd in gaatjes van het motordeksel.

Op de foto is tevens te zien dat de zijkanten van de motorkap zijn dichtgemaakt met plaatjes lood.

Op de foto’s zijn de zijroosters van de motorruimte aangebracht en de bufferbalken met buffers en koppelingshaken aan het chassis. Hieronder is het eindresultaat te zien, geschilderd en vervuild.

Electrische aanpassingen aan het Caramel N-spoor chassis

Naar aanleiding van het (heel) hard rijden van het Caramel N-spoor chassis op een normale regelaar/trafo met een spanning van 0 – 12/14 V= is bekeken of er geen serieweerstand is in te bouwen, zodat de rijsnelheid een gematigder karakter krijgt; hiervoor zijn diverse testen uitgevoerd met verschillende weerstandswaarden:

Momenteel zijn een aantal weerstanden van 150 ohm en 162 ohm in voorraad om in de toekomst andere Caramel N-spoor onderstellen aan te passen of te modificeren.

Zoals blijkt uit de bovenstaande tabel, kan bij deze berekende waarden van het opgenomen vermogen heel goed een weerstand van ¼ watt worden gebruikt, aangezien de loc niet continue rondjes draait, maar slechts af en toe een stukje rijdt.

Met een Dremel slijpschijfje is de koperlaag van de printplaat op 2 plaatsen doorgeslepen (zie foto) en in de lange groef is een gaatje geboord van ca. 0.5 mm ten behoeve van de doorvoer van één van de draden van de ingebouwde weerstand; deze draad wordt omgebogen en gesoldeerd op de motoraansluiting.

De andere draad wordt teruggebogen en gesoldeerd op de voormalige geleidesteun, zie foto onder.

fotoalbum